Eén bedrijf per 410 inwoners: dat is het gemiddelde dat Nederland telt als het gaat om autobedrijven. In één gemeente ligt die verhouding echter opvallend anders. In gemeente Hoogeveen is er namelijk één autobedrijf per 175 inwoners. In de Drentse gemeente zijn er volgens de Rekenkamer totaal 316 autobedrijven gevestigd, maar bijna de helft is daarvan niet of minder vindbaar. En dat kan duiden op criminele activiteiten.
Vindbaar voor potentiële klanten
Het onderzoek dat de Rekenkamer uitvoerde focust zich op verschillende vormen van ondermijning, waar criminaliteit in de autobranche deel van uitmaakt. Uit een test die de Rekenkamer uitvoerde onder alle autobedrijven in Hoogeveen om te kijken hoe zichtbaar een bedrijf is, zijn er bedrijven die op alle punten (17 in totaal) een onvoldoende scoren. En dat is vreemd. Als bedrijf wil je immers dat potentiële klanten jou makkelijk kunnen vinden, toch?
Wanneer een autobedrijf minder dan negen punten scoort, is er sprake van een onvoldoende. Dat betekent echter niet meteen dat de eigenaar van zo’n onvoldoende scorend bedrijf zich bezig houdt met criminele activiteiten. Wel kan het een indicatie zijn en dus aanleiding om verder onderzoek te doen.
Meer onderzoek
De cijfers over de autobedrijven in gemeente Hoogeveen zijn maar een klein onderdeel van het totale rapport van de Rekenkamer over ondermijning in de Drentse gemeente. Ook, zo meldt RTV Drenthe, scoort de gemeente hoog op onder meer drugshandel en hennepteelt. De Rekenkamer schrijft dat de gemeente onvoldoende maatregelen neemt om ondermijning tegen te gaan. De handhaving en controle hiervan zouden niet op peil zijn en een duidelijk beleid om ondermijning aan te pakken ontbreekt.
Tijd voor actie dus, zou de gemeente moeten denken. Maar volgens het artikel van RTV Drenthe staat de gemeente Hogeveen nog niet bepaald in de startblokken. Het gemeentebestuur wil eerst meer onderzoek voordat het conclusies trekt en maatregelen neemt.
Bagatelliseren
Dat gemeente Hoogeveen (nog) geen actie onderneemt, vindt de Rekenkamer onbegrijpelijk. “Tegenover de hoge risico’s staat een nog onderontwikkelde visie op de bestrijding van ondermijning. Er ligt een enorme opdracht en die wordt onvoldoende onderkend in de bestuurlijke reactie”, schrijft Arie Teeuw, voorzitter van de Rekenkamer. “De reactie van het college lijkt de bevindingen van ons onderzoek te bagatelliseren.”
De Rekenkamer geeft later deze maand toelichting over de resultaten die in het rapport staan aan de gemeenteraadsleden.